Кондиционеры Daikin UATYQ-CY1 - инструкция пользователя по применению, эксплуатации и установке на русском языке. Мы надеемся, она поможет вам решить возникшие у вас вопросы при эксплуатации техники.
Если остались вопросы, задайте их в комментариях после инструкции.
"Загружаем инструкцию", означает, что нужно подождать пока файл загрузится и можно будет его читать онлайн. Некоторые инструкции очень большие и время их появления зависит от вашей скорости интернета.

39
NEDERLANDS
NAAR PCB3 (ECO)
CN_ACT_RA
NAAR PCB3 (ECO)
CN_ACT_OA
NAAR PCB3 (ECO)
CN_C02
TB RA
TB OA
TB C02
ZW
AR
T
ROOD
GROEN
WIT
ZW
AR
T
ROOD
GROEN
WIT
ZW
AR
T
ROOD
WIT
GND +24V DCV
FB
GND +24V DCV
FB
GND +24V
FB
RA ACTUATOR
OA ACTUATOR
C02-SENSOR
G
Vragen om regeling van de ventilatie
- Eén techniek om het energieverbruik te verminderen en daarbij de luchtkwaliteit goed te houden, is vragen om geregelde
ventilatie. In de plaats van het instellen van de doorvoer met een vaste vervangingssnelheid voor de lucht, wordt de sensor 
voor kooldioxide (CO
2
-sensor) gebruikt om de snelheid dynamisch te regelen, gebaseerd op de emissies van de werkelijke
gebruikers van het gebouw.
- CO
2
-sensor is een optionele component die in het veld geleverd wordt. Zie de onderstaande informatie voor de aanbeveling
van keuze CO
2
-sensor:
(i)
Type: Type leiding bevestigd
(ii)
Stroominput: 24 VDC, 50Hz
(iii)
Bereik werktemperatuur: 0 ~ 52°C
(iv)
Bereik temperatuur atmosfeer: -15 ~ 52ºC
(v)
Metingsbereik: 0 ~ 5000 PPM (hangt af van toepassing)
(vi)
Voltage output: 2 ~ 10 VDC
(vii) Draadafmeting:
AWG18
(viii)  Maximale toegestane stroom: 7A
(ix) 
Standaard voor compliance: Om plaatselijke en nationale regels te volgen
- De zuinigheidscontroller wordt standaard geleverd met ingebouwde software die klaar is voor de integratie van de CO
2
-
sensor. Deze wordt alleen geactiveerd in de zuinigheidsmodus. Het wordt de gebruiker toegestaan om de verschillende 
drempelwaarden te kiezen met dip-schakelaar 3. Zie de richtlijnen voor de instelling van het object die men ziet in deel (D) 
(v) in het hoofdstuk "BEDIENINGSGIDS REGELFUNCTIES" in deze handleiding voor de keuze van de drempelwaarde van het 
PPM-niveau van CO
2
.
Bijvoorbeeld: Om een CO
2
-sensor te gebruiken met meetbereik van 0 ~ 5000 PPM met de drempelwaarde op 1250PPM,
dient de gebruiker de volgende stappen uit te voeren:-
Stap 1: Schakel SW4 in met de enige dip-schakelaar in het hoofdbord van de controller in de positie ON
(standaard instelling van fabriek is in de positie OFF).
Stap 2:
Schakel paneelparaeter G6 in (zuinigheidsregeling) door de afstandsbediening in de posite '1' (ON) 
te zette (standaard instelling van fabriek is in de positie '0' (OFF)),
Stap 3:
Zorg dat SW2 in dip-schakelaar 4 (bord controller zuinigheidsmodule) in positie OFF staat (standaard 
instelling van fabriek is in de positie OFF).
Stap 4: Schakel SW1 in in dip-schakelaar 3 (bord controller zuinigheidsmodule) in positie ON (standaard
instelling van fabriek is in de positie OFF).
{SW1 in dip-schakelaar 3 = 25%, door berekening betekent 25% van 5000 PPM of equivalent aan 
1250 PPM }.
- Als de CO
2
-sensor wordt blootgesteld aan de buitenomgeving, bedek de sensor dan met een spatwaterbestendige kast
(IPX4) met een schroef als vergrendelmechanisme of vergelijkbare methode zodat wordt voorkomen dat er water in de 
CO
2
-sensor binnendringt en mogelijk contact maakt met de sensor. De aansluiting van de CO
2
-sensor wordt beschouwd als
een onderdeel dat ONDER SPANNING STAAT.
- Vervolgens sluit u de draad van CO
2
-sensor aan op de kabekast in het binnencompartiment van de eenheid. Er zijn drie
draden op de CO
2
-sensor. Sluit de draden aan zoals u hieronder ziet:
Sticker met 
bedradingsdiagram 
op de voorkant van 
de kabelkast.
LET OP
De draden verkeerd aansluiten kan tot gevolg hebben dat 
de CO
2
-sensor of het regelbord voor de zuinigheidsmodle
of beide niet goed functioneren. Klem de draden met 
afneembare kabelklemmen onder de kabelkast.
Label "RA"
Kabelkast
Label "OA"
Label "CO
2
"
Eindpuntblok met label "CO
2
" - moet
aangesloten worden aan de CO
2
-sensor.
Detailoverzicht over kabelkast
Draad voor 
aarding
- sluit aan op eerste pool van
eindpuntblok met lade "GND".
Draad onder 
+24VDC stroom
- sluit aan op tweede pool van
eindpuntblok met label "+24V".
Draad signaal 
output/feedback
- sluit aan op derde pool van
eindpuntblok met lade "FB".
(Raadpleeg de sticker met het bedradingsdiagram 
dat zich bevindt op de voorkant van de kabelkast.)
4 IM 5RTBR-0710(2)-NL.indd 39
4 IM 5RTBR-0710(2)-NL.indd 39
1/12/11 8:36:32 AM
1/12/11 8:36:32 AM
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 











