Мойки высокого давления Karcher CB 1 25 - инструкция пользователя по применению, эксплуатации и установке на русском языке. Мы надеемся, она поможет вам решить возникшие у вас вопросы при эксплуатации техники.
Если остались вопросы, задайте их в комментариях после инструкции.
"Загружаем инструкцию", означает, что нужно подождать пока файл загрузится и можно будет его читать онлайн. Некоторые инструкции очень большие и время их появления зависит от вашей скорости интернета.
66
Nederlands
Instructie
Voor het opnieuw opstarten moet de oor-
zaak voor het gebruik van de nood-uit-
schakelaar verholpen zijn. Personen of die-
ren mogen zich niet in het werkbereik op-
houden. Voertuigen moeten uit de
installatie gereden worden.
1
Noodstopknop
2
Knop stuurspanning/neutrale stand
3
Knop Start
Î
Alle noodstopknoppen door trekken
ontgrendelen.
Î
Schakelaar Auto/Manueel aan de toe-
voerverdeler op Auto stellen.
Î
Knop Stuurspanning/neutrale stand op
de bedieningsplaats voor manuele wer-
king indrukken.
In de neutrale stand gaat het bovenste
groene signaallampje „Vooruit“ van het licht
branden. De installatie is opnieuw bedrijfs-
klaar, het te wassen voertuig kan naar bin-
nen gereden worden.
Î
Afsluitkleppen voor water en luchtdruk
openen.
Î
Hoofdschakelaar op de stroomverdeler
op „1“ stellen.
Î
Schakelaar Auto/Manueel op Auto stel-
len.
Î
Knop Stuurspanning/neutrale stand op
de bedieningsplaats voor manuele wer-
king indrukken.
De installatie is bedrijfsklaar, het te wassen
voertuig kan naar binnen gereden worden.
몇
Waarschuwing
Om beschadigingen aan het voertuig te
voorkomen, moeten voor het starten van de
wasinstallatie aan het voertuig de volgende
voorzorgsmaatregelen getroffen worden:
Î
Ramen, deuren en dakramen sluiten
.
Antennes inschuiven, naar achteren
omklappen of afschroeven
.
Grote of wijd uitstaande spiegels inklap-
pen.
Voertuig op losse voertuigonderdelen
onderzoeken en deze demonteren,
bijv.:
–
Sierlijsten
,
Spoilers
,
Bumpers
,
Deurkrukken
,
Uitlaten
,
Windschermen
,
Hoeskabels
,
Afdichtranden
,
buiten aangebrachte zonnekleppen
,
Bagagadragers.
De positioneringslamp geeft bij het inrijden
in de wasinstallatie de correctie positione-
ring van het voertuig aan.
1
Vooruit rijden
2
Stoppen, positie correct
3
Achteruit rijden
Î
Voertuig recht en in het midden van de
rijbanen plaatsen.
Î
Motor uitzetten.
Î
In versnelling zetten. Bij automaat-
aandrijving positie 'P' selecteren.
Î
Handrem aantrekken.
Î
Controleren of voorschriften uit onder-
deel 'Voertuig voorbereiden' in acht ge-
nomen zijn.
Î
Voertuig verlaten (alle personen) en
wasprogramma starten.
Het bedrijf met een waskaart-/codelezer is
in de afzonderlijke gebruiksaanwijzing voor
de waskaart-/codelezer beschreven.
Î
Eén of meerdere knoppen indrukken
om het gewenste wasprogramma te
starten (zie volgende tabel)
Î
Start-toets indrukken.
In het lopende wasprogramma kunnen de
borstels van het voertuig weggehaald (uitrij-
den) respectievelijk gestopt (voor het ver-
der op het voertuig afrijden
tegengehouden) worden. Bovendien kan
de wielwasbeurt bij de op dat moment lo-
pende was uitgeschakeld worden.
1
Dakborstel of droger optillen/blokkeren
2
Zijborstels uitschuiven/blokkeren
3
Wielwas uitschakelen
4
Stopzetting opheffen
Als het wasprogramma is beëindigd, dan
kan het voertuig uit de wasinstallatie gere-
den worden. De positioneringslamp toont
'Uitrijden voorwaarts' of 'Uitrijden achter-
waarts' aan.
De halpoorten worden door de personen-
auto-portaalbesturing en door een externe
poortbesturing aangestuurd. Er wordt een
onderscheid gemaakt tussen zomer-poort-
besturing en winter-poortbesturing.
–
Voor aanvang van de wasbeurt zijn de
poorten open. Het voertuig kan inrijden.
–
Bij aanvang van de was worden de
poorten gesloten.
–
Na afloop van de was worden de poor-
ten geopend en blijven ze open.
–
Voor aanvang van de was is de inrij-
poort gesloten en moet deze voor het
inrijden van het voertuig geopend wor-
den. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het
inschuiven van een waskaart in de was-
kaartlezen.
–
Bij aanvang van de was (bv. toets 'start'
op de waskaartlezer indrukken) wordt
de inrijpoort gesloten.
–
Na afloop van de was wordt de uitrij-
poort geopend en na het uitrijden van
het voertuig weer gesloten.
Inschakelen na noodstop
Inbedrijfstelling
Voertuig voorbereiden
Voertuig positioneren
Licht
Na de positionering
Programma starten
Op de waskaart-/codelezer (optie)
Met bedienplaats voor handbedrijf
Programma
1
X
2
X
3
X
X
4
X
5
X
X
6
X
X
7
X
X
X
Manuele ingreep
Programmaeinde
Poortbesturing (optie)
Zomer-poortbesturing
Winter-poortbesturing
