Мойки высокого давления Karcher CB 1 25 - инструкция пользователя по применению, эксплуатации и установке на русском языке. Мы надеемся, она поможет вам решить возникшие у вас вопросы при эксплуатации техники.
Если остались вопросы, задайте их в комментариях после инструкции.
"Загружаем инструкцию", означает, что нужно подождать пока файл загрузится и можно будет его читать онлайн. Некоторые инструкции очень большие и время их появления зависит от вашей скорости интернета.

64
Nederlands
Uit de sproeiers borstelbewatering wordt
als reinigingsmiddel shampoo gemengd
met water op het voertuig gesproeid.
Met de schuimwas kan het voertuig voor de
wasbeurt met schuim ingespoten worden.
De vuilopvangers houden partikels tegen
die de sproeikoppen kunnen verstoppen.
De doseerpompen mengen de volgende
reinigings- en verzorgingsmiddelen onder
water:
–
Shampoo, schuim, (RM 811)
–
Hete was, (RM 829)
–
Drooghulp, (RM 829)
Uit de drogersproeikoppen stroomt de voor
het droogblazen van de voertuigzijkanten
benodigde lucht.
De droogventilatorbalk wordt langs het con-
tour van het voertuig heen geleid. Inge-
bouwde ventilatorenproduceren de voor het
drogen van het voertuig nodige lucht-
stroom.
De positioneringslamp heeft twee functies:
–
voor het wassen dient het voor het posi-
tioneren van het voertuig.
–
Na het wassen wordt de uitrijrichting
weergegeven.
Met de fotocellen worden geregistreerd:
–
Positie en contouren van het voertuig
en
de positie van de wielen.
In zuil 2 zijn de kanisters voor reinigings- en
onderhoudsmiddelen ondergebracht.
Op het typeplaatje vindt u de belangrijkste
installatiegegevens.
De besturingskast van de installatie bevindt
zich in zuil 1.
Op de toevoerverdeler is de hoofdschake-
laar van de installatie aangebracht. De toe-
voerverdeler bevindt zich buiten de
wasinstallatie in de technische ruimte of op
een andere geschikte plaats in de buurt van
de wasinstallatie.
Bij gevaar voor personen, zaken en dieren
moet de installatie direct uitgeschakeld
worden door op de nood-uit-knop te druk-
ken. U vindt een "nood-uit"-knop
–
op het bedieningspaneel,
aan de waskaartlezer.
De wasinstallatie wordt geleverd:
–
met een bedieningsplaats voor de ma-
nuele werking
–
met een waskaart-/codelezer (optie)
–
met een Comfort-bedieningsplaats (op-
tie)
Ook bij ernstige verkeerde handelingen van
de wasklant blijft de installatie op de rijrails.
Voor het bedrijf van installatie met zelfbe-
diening kan de waskaartlezer of een code-
lezer gebruikt worden.
Instructie
De voor het bedrijf benodigde waskaarten/
codes zijn op de betreffende installatie ge-
programmeerd.
Maakt het gebruik mogelijk van regenwater
of gerecycleerd water als gedeeltelijke ver-
vanging van vers water.
Met de optioneel verkrijgbare onderkantwa-
sinstallatie kan de onderkant van het voer-
tuig gewassen worden. Hierbij wordt het
water met hogedruk via twee zwenkbare
sproeikopleidingen op de gehele onderkant
gespoten.
Met de hogedrukwas wordt de voertuigop-
pervlakte ontdaan van grofvuil. Daardoor
wordt het gevaar van krassporen door
zandkorrels bij de borstelwas geminimali-
seerd. Er zijn 2 uitvoeringen met bedrijfs-
drukken van 1,6 MPa (16 bar) en 6 MPa (60
bar) beschikbaar.
Uit de hete was sproeiers wordt heet water
vermengd met was op het voertuig ge-
sproeid.
Bij vorstgevaar wordt het water uit het lei-
dingsysteem geblazen. De wasinstallatie
kan met twee verschillende vorstbeveili-
gingsinstallaties uitgerust worden:
–
Vorstbeveiliging handmatig: De uit-
blaasprocedure wordt door de installa-
tiebediener gedaan.
–
Automatische vorstbeveiliging: De uit-
blaasprocedure wordt door een thermo-
staat gestuurd.
De wielstootranden moeten ervoor zorgen
dat het voertuig in het midden geplaatst
wordt. Ze voorkomen dat het voertuig te ver
uit het midden terechtkomt.
Bij gevaar voor personen, voorwerpen en
dieren moet de installatie onmiddellijk uit-
geschakeld worden door het indrukken van
de noodstopknop. U vindt noodstopknop-
pen
–
aan de waskaart-/codelezer
–
aan de bedieningsplaats voor manuele
werking
–
aan de ingang naar de washal, voor zo-
ver de bedieningsplaats of de waskaart-
/codelezer zich daar niet bevindt.
De hoofdschakelaar van de installatie be-
vindt zich aan de stroomverdeler.
Î
Voor de inbedrijfstelling van de installa-
tie moet de hoofdschakelaar op „1“ ge-
zet worden.
De selectie van het wasprogramma gebeurt
afhankelijk van de uitvoering van de was-
kaart-/codelezer
–
door invoer op een toetsenbord,
–
door het op de waskaart aangegeven
programma,
–
door invoer van een codenummer.
Verdere informatie vindt u in de losse ge-
bruiksaanwijzing behorend bij de waskaart-
/codelezer.
1
Noodstopknop
2
Knop stuurspanning/neutrale stand
3
Knop Start
Met de bedieningsplaats voor de manuele
werking worden installatiecomponenten
voor de uitvoering van onderhoudswerk-
zaamheden verplaatst. Bovendien kan in-
gegrepen worden in een lopend
wasprogramma. In geval van een storing
van de waskaart-/codelezer kunnen ook
wasprogramma's gestart worden.
Sproeikoppen borstelbewatering
Schuimwas
Vuilopvanger
Doseerpompen
Drogerzijsproeikoppen
droogventilatorbalk
Licht
Fotocellen
Reinigingsmiddel
Typeplaatje
Besturingskast
Toevoerverdeler
Nood-uit-toets
Bedieningsplaats
Kiepbeveiliging
Opties
Waskaart-/codelezer
Wateraansluiting (overig water)
Onderkant-wasinstallatie
Hogedruk zijkant
Hete was
Vorstbeveiligingsinstallatie
Wielstootrand
Bedieningselementen
Noodstop
Hoofdschakelaar
Waskaart-/codelezer (optie)
Bedieningsplaats voor manuele
werking