Электропилы Bosch AKE 30 LI 0.600.837.100 - инструкция пользователя по применению, эксплуатации и установке на русском языке. Мы надеемся, она поможет вам решить возникшие у вас вопросы при эксплуатации техники.
Если остались вопросы, задайте их в комментариях после инструкции.
"Загружаем инструкцию", означает, что нужно подождать пока файл загрузится и можно будет его читать онлайн. Некоторые инструкции очень большие и время их появления зависит от вашей скорости интернета.

Nederlands |
97
Bosch Power Tools
F 016 L70 758 | (22.11.10)
– Draai de afdekking
13
met de spangreep
12
iets vast.
– De zaagketting is nog niet gespannen. Het
spannen van de zaagketting gebeurt zoals
beschreven in het gedeelte „Zaagketting
spannen”.
Zaagketting spannen (zie afbeelding D)
Controleer de kettingspanning vóór het begin
van de werkzaamheden, na de eerste keren
zagen en tijdens het zagen regelmatig elke 10
minuten. In het bijzonder bij nieuwe zaagket-
tingen moet in het begin met verslapping wor-
den gerekend.
De levensduur van de zaagketting is in grote
mate afhankelijk van voldoende smering en
juiste spanning.
Span de zaagketting niet wanneer deze zeer
heet is, omdat de ketting na het afkoelen sa-
mentrekt en dan te strak op het zwaard ligt.
– Leg de kettingzaag op een recht oppervlak
neer.
– Draai de spangreep
12
slechts zo ver los
dat het zwaard
10
nog in de juiste stand
wordt gehouden (spangreep niet verwijde-
ren!).
– Controleer of de kettingschakels goed in
de geleidingssleuf van het zwaard
10
en op
het kettingwiel
28
liggen.
– Draai de kettingspangreep
15
met de wij-
zers van de klok mee tot de juiste kettings-
panning is bereikt. De draaiende beweging
duwt de kettingspanbout
30
en daarmee
het zwaard
10
naar voren.
– De zaagketting
11
is goed gespannen als
deze in het midden ca. 5 – 10 mm kan wor-
den opgetild. Dit moet met één hand ge-
beuren door het omhoogtrekken van de
zaagketting tegen het eigen gewicht van de
kettingzaag.
– Als de zaagketting
11
te sterk gespannen
is, draait u de kettingspangreep
15
tegen
de wijzers van de klok in. Controleer ver-
volgens nogmaals de kettingspanning. In-
dien nodig stelt u de kettingspanning zoals
beschreven bij.
– Draai de afdekking
13
met de spangreep
12
vast.
Zaagketting smeren
(zie afbeeldingen C1 en E)
Opmerking:
De kettingzaag wordt niet met
zaagkettinghechtolie gevuld geleverd. Het is
belangrijk om de kettingzaag vóór gebruik met
olie te vullen. Het gebruik van de kettingzaag
zonder zaagkettinghechtolie of bij een oliepeil
onder de minimummarkering leidt tot bescha-
diging van de kettingzaag.
De levensduur en de zaagcapaciteit van de
zaagketting hangt af van de optimale smering.
Daarom wordt de zaagketting tijdens het ge-
bruik door middel van de oliesproeier
31
auto-
matisch met zaagkettinghechtolie gesmeerd.
Ga als volgt te werk om de olietank te vullen:
– Plaats de kettingzaag met de olietankdop
4
naar boven op een geschikte ondergrond.
– Maak de omgeving van de olietankdop
4
schoon met een doek en verwijder de dop.
– Vul de olietank met biologisch afbreekbare
Bosch-zaagkettinghechtolie tot het oliepeil
de markering „max” van de oliepeilindica-
tie
7
bereikt heeft.
– Let erop dat er geen vuil in de olietank te-
rechtkomt. Schroef de olietankdop
4
weer
vast.
– Laat de kettingzaag 30 seconden lopen om
de olie op te pompen.
Opmerking:
Voor de ventilatie van de olietank
bevinden zich kleine luchtkanalen in de olie-
tankdop. Om uitlopen te voorkomen, dient u
de kettingzaag als deze niet wordt gebruikt al-
tijd verticaal neer te zetten, met de olie-
tankdop
4
omhoog.
Opmerking:
Gebruik uitsluitend de geadvi-
seerde biologisch afbreekbare kettingolie om
een beschadiging van de kettingzaag te voor-
komen. Gebruik nooit gerecyclede olie of
oude olie. Bij het gebruik van niet toegelaten
olie vervalt de garantie.
Opmerking:
De olie wordt bij lagere tempera-
turen taaivloeibaar, waardoor de oliedoorvoer
wordt verminderd.
Gebruik
Ingebruikneming
Accu plaatsen
Duw de opgeladen accu
17
van achteren in de
voet van het elektrische gereedschap. Druk de
accu volledig in de voet tot de rode streep niet
meer zichtbaar is en de accu veilig vergren-
deld is.
Opmerking:
Het elektrische gereedschap
werkt alleen als beide vergrendelingstanden
zijn vastgeklikt.
In- en uitschakelen
Houd de kettingzaag vast zoals beschreven in
het gedeelte „Werkzaamheden met de ket-
tingzaag”.
Als u het elektrische gereedschap wilt
inscha-
kelen
bedient u
eerst
de inschakelblokkering
2
en drukt u
vervolgens
de aan/uit-schakelaar
3
in en houdt u deze ingedrukt.
Als het elektrische gereedschap loopt, kunt u
de inschakelblokkering loslaten.
Als u het elektrische gereedschap wilt
uit-
schakelen
laat u de aan/uit-schakelaar
3
los.
Opmerking:
Om veiligheidsredenen kan de
aan-/uitschakelaar
3
van de machine niet
worden vergrendeld, maar moet deze tijdens
het gebruik voortdurend ingedrukt blijven.
Opmerking:
Rem de kettingzaag niet af door
het bedienen van de voorste handbescher-
ming
6
(activeren van de terugslagrem).
Terugslagrem (zie afbeelding F)
De
terugslagrem
is een beschermingsmecha-
nisme dat bij een terugslaande kettingzaag
wordt geactiveerd via de voorste handbe-
scherming
6
. De zaagketting stopt na uiterlijk
0,15 seconden.
Voer van tijd tot tijd een functietest uit. Duw
de voorste handbescherming
6
naar voren
(positie
o
) en schakel de kettingzaag kort in.
De zaagketting mag niet aanlopen. Als u de te-
rugslagrem weer wilt ontgrendelen, laat u de
aan/uit-schakelaar
3
los en trekt u de voorste
handbescherming
6
weer terug (positie
n
).
OBJ_BUCH-1275-002.book Page 97 Monday, November 22, 2010 1:10 PM
Содержание
- 237 г) При неправильном использовании из
- 238 Не вскрывайте аккумулятор.
- 239 Описание функции; Применение по назначению
- 240 Технические данные; Аккумуляторная цепная пила
- 241 Заявление о соответствии; Сборка; Для Вашей безопасности; Учитывайте напряжение сети!
- 243 Работа с инструментом; Эксплуатация; Установка аккумулятора
- 244 выключения; Работа с цепной пилой; Перед пилением
- 246 Выполнении повалочного запила:
- 247 Индикатор контроля температуры; Поиск неисправностей; Проблема
- 248 Техобслуживание и сервис; Техобслуживание и очистка
- 249 Принадлежности
- 250 Транспортировка