Bosch 0.603.207.300 - Инструкция по эксплуатации - Страница 62

62

 | Nederlands 

1 609 92A 1LB | (16.11.15)

Bosch Power Tools

is een voorwaarde voor het perfecte en veilige gebruik van 
het spuitpistool. Bij ontbrekende of ondeskundige reini-
ging kan geen garantie verleend worden.

Als de aansluitkabel moet worden vervangen, moeten deze 
werkzaamheden door Bosch of een erkende klantenservice 
voor Bosch elektrische gereedschappen worden uitgevoerd 
om veiligheidsrisico’s te voorkomen.

Luchtfilter reinigen (zie afbeelding J)

De luchtfilter 

26

 moet af en toe gereinigd worden. Is de lucht-

filter sterk vervuild, dan moet hij vervangen worden.

– Open de luchtfilterafdekking 

23

.

– Verwijder de luchtfilter 

26

.

– Lichte  vervuiling:

Klop de luchtfilter 

26

 uit.

of

Sterke vervuiling:
Reinig de luchtfilter 

26

 onder stromend water en laat deze 

daarna goed drogen om schimmelvorming te vermijden.

of

Vervang het luchtfilter 

26

.

– Plaats de luchtfilter er opnieuw in.
– Sluit de luchtfilterafdekking 

23

 opnieuw.

Fijnspuitsysteem reinigen (zie afbeelding K)

Reinig het spuitpistool en het reservoir voor spuitmateriaal al-
tijd met het geschikte verdunningsmiddel (oplosmiddel of 
water) voor het gebruikte spuitmateriaal.

Reinig de spuitkop- en luchtopeningen van het spuitpistool 
nooit met scherpe voorwerpen.

– Schakel de basiseenheid 

19

 uit.

– Verwijder zowel van de basiseenheid 

19

 alsook van het 

spuitpistool 

1

 de luchtslang 

17

 (kwartdraai van de bajo-

netsluiting 

18

 tegen de klok in; bajonetsluiting 

18

 uit de 

aansluiting 

4

/

24

 trekken).

– Reinig de basiseenheid eventueel met een met verdun-

ningsmiddel bevochtigde doek en verwijder daarna de ba-
siseenheid 

19

 en de luchtslang 

17

 uit de directe reini-

gingsomgeving.

– Druk op de bedieningsschakelaar 

6

 van het spuitpistool 

zodat het spuitmateriaal in het reservoir terug kan stro-
men.

– Schroef het reservoir 

7

 eraf en giet het resterende spuit-

materiaal opnieuw bij het originele spuitmateriaal.

– Vul het reservoir 

7

 voor de helft met het verdunningsmid-

del (oplosmiddel of water) en bevestig het opnieuw aan 
het spuitpistool 

1

. 

– Schud het spuitpistool meermaals.
– Schroef het reservoir 

7

 eraf en leeg het reservoir volledig in 

een lege materiaalbus.

– Demonteer de wartelmoer 

3

, de luchtkap 

2

, de afdicht-

schijf 

11

, de gebruikte spuitkop 

9

/

8

 met de O-ring 

10

 en 

de stijgbuis 

12

 met de resevoirafdichting 

14

.

Zorg er hierbij voor dat de O-ring 

10

 op de spuitkop blijft.

– Reinig in een emmer met verdunningsmiddel alle met verf 

in contact komende delen met een gewone spoelborstel.
Reinig ook het verfkanaal 

16

 van het spuitpistool 

1

.

– Controleer of de stijgbuis 

12

 met de reservoirpakking 

14

vrij van spuitmateriaal en onbeschadigd is.
Reinig indien nodig de reservoirafdichting 

14

 nog eens 

met verdunningsmiddel.

Reinig de ontluchtingsopening 

15

 met een geschikt voor-

werp.

– Reinig het reservoir en het spuitpistool van buiten met een 

doek die met verdunningsmiddel is bevochtigd.

– Laat vóór de montage alle delen grondig drogen.
– Monteer het fijnspuitsysteem opnieuw in de omgekeerde 

volgorde.
Schuif de containerafdichting 

14

 weer naar boven in de 

groef van de stijgbuis 

12

.

Zorg ervoor dat de containerafdichting rondom precies in 
de stijgbuisgroef is geplaatst, om het spuitpistool correct 
af te dichten. 

Let erop dat u de stijgbuis 

12

 weer tot de aanslag op het 

verfkanaal 

16

 schuift.

Materiaal afvoeren

Verdunningsmiddel en resten van spuitmateriaal moeten op 
een voor het milieu niet schadelijke wijze worden afgevoerd. 
Neem de aanwijzingen van de fabrikant inzake afvalverwijde-
ring en de plaatselijke voorschriften voor het afvoeren van 
speciaal afval in acht.

Chemicaliën die schadelijk zijn voor het milieu mogen niet in 
de bodem, het grondwater of in oppervlaktewater terechtko-
men. Giet chemicaliën die schadelijk zijn voor het milieu niet 
in de riolering.

Opbergen

– Voor u het fijnspuitsysteem opbergt, reinigt u het fijnspuit-

systeem grondig en laat u alle delen voor de montage zorg-
vuldig drogen.

Storingen verhelpen

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Spuitmateriaal dekt niet goed

Hoeveelheid spuitmateriaal te gering

Stelwiel 

5

 in de richting 

+

 draaien

Afstand tot spuitoppervlak te groot

Spuitafstand verkleinen

Te weinig spuitmateriaal op spuitoppervlak, 
niet genoeg over spuitoppervlak gespoten

Vaker over het spuitoppervlak spuiten

Spuitmateriaal te dik

Spuitmateriaal opnieuw verdunnen en 
proefspuiten

OBJ_BUCH-2216-004.book  Page 62  Monday, November 16, 2015  9:14 AM