Триммеры Ryobi RBC430SBSD 5133002548 - инструкция пользователя по применению, эксплуатации и установке на русском языке. Мы надеемся, она поможет вам решить возникшие у вас вопросы при эксплуатации техники.
Если остались вопросы, задайте их в комментариях после инструкции.
"Загружаем инструкцию", означает, что нужно подождать пока файл загрузится и можно будет его читать онлайн. Некоторые инструкции очень большие и время их появления зависит от вашей скорости интернета.

108
Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
NL
FR
EN
DE
ES
IT
PT
SV
DA
NO
FI
HU
CS
RU
RO
PL
SL
HR
ET
LT
LV
SK
BG
GEOXYGENEERDE BRANDSTOFFEN
Sommige conventionele brandstoffen worden met alcohol
of een andere component gemengd. Dit type benzine
wordt met de verzamelnaam ‘geoxygeneerde brandstof’
benoemd.
Zorg ervoor dat de brandstof loodvrij is en het minimum
o c t a a n g e h a l t e b e v a t i n d i e n u e e n g e o x y g e n e e r d e
brandstof gebruikt. Probeer de samenstelling van de
brandstof te weten vooraleer u een geoxygeneerde
b r a n d s t o f g e b r u i k t . S o m s i s h e t v e r p l i c h t d e z e
informatie op de pomp aan te brengen. De volgende
brandstofsoorten zijn EPA-goedgekeurde percentages
van geoxygeneerde brandstoffen:
Ethanol (ethyl- of graanalcohol) 10%
. U mag benzine
gebruiken met ethanolgehalte tot 10%. Ethanolbenzine
kan verkocht worden onder de naam ‘gasohol’. Gebruik
geen E85-brandstof.
MTBE (methyl-tert-butylether) 15%.
U mag benzine
gebruiken met een MTBE-gehalte tot 15%.
M e t h a n o l ( m e t h y l - o f h o u t a l c o h o l ) 5 % .
U m a g
b e n z i n e g e b r u i k e n m e t e e n m e t h a n o l g e h a l t e
tot 5%, op voorwaarde dat het ook co-solventen en
c o r r o s i e r e m m e r s b e v a t t e r b e s c h e r m i n g v a n h e t
brandstofsysteem. Benzine die meer dan 5% methanol
bevat kan start- en/of prestatieproblemen veroorzaken.
H e t k a n o o k d e m e t a l e n , r u b b e r e n o f p l a s t i c
onderdelen van het toestel of het brandstofsysteem
beschadigen. Wanneer u ongewenste effecten tijdens
de werking van het toestel opmerkt, probeer dan een
ander benzinestation of schakel over naar een ander
brandstofmerk.
OPMERKING
: Schade aan het brandstofsysteem of
prestatieproblemen als gevolg van het gebruik van
geoxygeneerde brandstof die de hierboven aangegeven
waarden overschrijdt, wordt niet door de garantie gedekt.
MOTOROLIE TOEVOEGEN/CONTROLEREN
Zie figuur 17 voor RBC430SES
Zie figuur 20 voor RBC430SBS
D e m o t o r o l i e h e e f t e e n g r o t e i n v l o e d o p d e
motorprestaties en dienstleven. Voor algemeen gebruik
b i j a l l e t e m p e r a t u r e n r a d e n w e S A E 1 0 W- 3 0 a a n .
Gebruik altijd een viertaktmotorolie die onze vereisten
evenaart of overstijgt.
OPMERKING:
Non-detergent of tweetaktmotorolie zal de
motor beschadigen en mag niet worden gebruikt.
Motorolie toevoegen
Q
Verwijder de dop en zegel van de fles motorolie die
wordt meegeleverd.
Q
Schroef de oliedop/peilmeter los en verwijder.
Q
Met de meegeleverde trechter, giet u de hele fles
motorolie door de vulopening.
Q
Plaats de oliedop/peilmeter terug en maak vast.
Motorolieniveau controleren
Q
Leg de motor op een vlak oppervlak.
Q
Maak de peilmeter schoon en stop deze opnieuw in
de opening; herdraadt niet.
Q
Verwijder de peilmeter opnieuw en controleer het
oliepeil. Het oliepeil moet tussen de inkepingen op de
peilmeter vallen.
Q
Indien het peil laag is, voegt u motorolie toe tot het
vloeistofniveau de bovenste inkeping van de peilmeter
heeft bereikt.
Q
Plaats de oliedop/peilmeter terug en maak vast.
WAARSCHUWING
L a a t n i e t o v e r l o p e n . Wa n n e e r u d e c a r t e r
d o e t o v e r l o p e n k a n d i t l e i d e n t o t e r n s t i g e
rookontwikkeling en motorschade.
DE GRASKANTMAAIER GEBRUIKEN
Zie figuur 8.7a.7b voor RBC430SES
WAARSCHUWING:
Bedien dit toestel steeds langs uw rechterkant.
Wa n n e e r u d i t t o e s t e l a a n u w l i n k e r k a n t
bedient, zult u aan warme oppervlakten worden
b l o o t g e s t e l d , w a t k a n l e i d e n t o t m o g e l i j k
brandwonden.
WAARSCHUWING:
Bedien dit toestel nooit terwijl u de onderkant
v a n d e m o t o r b o v e n h e u p h o o g t e h o u d t o m
b r a n d w o n d e n v a n w a r m e o p p e r v l a k t e n t e
vermijden.
Hou met uw rechterhand de achterste handgreep en
met uw linkerhand de voorste handgreep van het toestel
v a s t . H o u h e t t o e s t e l m e t b e i d e h a n d e n g o e d v a s t
wanneer u het bedient. De graskantmaaier moet op
een comfortabele hoogte worden vastgehouden met de
achterste handgreep op heuphoogte.
Dit zal vermijden dat het gras rond de staaf en maaikop
v e r s t r i k t r a a k t e n z o s c h a d e d o o r o v e r v e r h i t t i n g
v e r o o r z a a k t . Wa n n e e r h e t g r a s r o n d d e m a a i k o p
vastraakt, LEGT U DE MOTOR STIL, trekt u de stekker
uit het stopcontact en verwijdert u het gras.
WAARSCHUWING:
Hou de graskantmaaier altijd van het lichaam
weg en hou afstand tussen het lichaam en het
toestel. Enig contact met de behuizing of de
maaikop kan brandwonden en/of andere ernstige
verwondingen veroorzaken.
MAAITIPS:
DE STRUIKRUIMER BEDIENEN
Zie figuren 8.7a.7b.