Сварочное оборудование Awelco BLUEMIG 170 - инструкция пользователя по применению, эксплуатации и установке на русском языке. Мы надеемся, она поможет вам решить возникшие у вас вопросы при эксплуатации техники.
Если остались вопросы, задайте их в комментариях после инструкции.
"Загружаем инструкцию", означает, что нужно подождать пока файл загрузится и можно будет его читать онлайн. Некоторые инструкции очень большие и время их появления зависит от вашей скорости интернета.

3.2. DE DR AAD AANVOERMOTOR
Controleer of de groef in het rolletj e dat de draad aanvoert overeenstemt
met de dikte van de gebruikte draad. De machines zijn uitgerust met
rolletjes voor draden van Ø 0,6 en Ø 0,8. Op de zijkant van het rolletj e is
de diameter afgedrukt van de draad waarvoor het rolletj e kan worden
gebruikt. Zijn uitgerust met rolletjes in een legering die geschikt is voor
lassen met een gevulde draad zonder gasbescherming. Om draad met
gasbescherming te lassen, dient het rolletj e in de aanvoerunit te worden
vervangen door een rolletje met een
V -vormige
groef voor staaldraad
en een
U-
vormige groef voor aluminiumdraad. Vraag deze rolletjes en
het reduceerventiel aan uw verkoper of rechtstreeks aan de producent
als u het lasapparaat met gasbescherming wenst te gebruiken.
4.3. DE DR AAD MONTEREN
1. Ontkoppel de lente arm (1) en draai het volume omhoog (2) om het t e
verplaatsen uit de buurt van de rol (3). Zorg ervoor dat de havens roll
stempel op de zijkant om de diameter van de draad worden gebruikt.
2. Zorgvuldig koppelt u de draad van de spoel portafilo. Om t e
voorkomen dat vervelend sbobinamenti houd hem in spanning op het
punt (5).
3. Snijd de eerste 100 mm van de kabel of het gehele onderdeel niet
perfect recht.
4. Steek de draad in de gids (4), boven de roll (3) en vervolgens plaatst u
deze in de capillaire buis (5).
5. Sluit de linker premifilo veergedreven. Draai de rollen om verder los
van de draad.
6. De knop van de druk van de draad is ingesteld op de helft druk. Als
het druk is overdreven (risico van de afvlakking van de draad), draai de
knop, zodat de vermindering van de druk. Ma
ġġ
oranza druk is nodig als
u de draad van 0,6 mm. Als de rollen rijden slee, moeten we de druk
totdat de draad restanten regelmatig.
7. Verwijder het gas straalpijp gids en het topj e van de fakkel
contatto.dalla pistool.
8. Zet de schakelaar in de stand "ON" ( "I").
9. Trek het snoer van de fakkel, zodat het is zeer goed.
10.Press knop fakkel en diervoeders de draad totdat het aan het einde
van de fakkel (oppassen niet te streven het geweer tegen u of ander e
personen), dan laat de knop los.
11. Schakel automatisch instelling in positie "OFF" ( "O").
12. Vervang het contactpunt el'ugello gas.
13. Snijden draad 6.10 mm buiten de tip. Nu de machine is klaar om t e
bezinken.
3.4. DE VLAMSTR AAL AANSLUITEN
De glasblazerslamp reeds gemonteerd en aangesloten en dus klaar
voor gebruik. Een eventuele vervanging dient uiterst zorgvuldig te
worden gedaan, liefst door een ervaren technicus. Om het
gasgeleiderspunt te vervangen, dient deze slechts te worden
losgeschroefd of naar buiten te worden getrokken. Het gasgeleiderspunt
dient te worden verwijderd telkens als de draadmond wordt vervangen.
De afmetingen van deze draadmond dient te passen bij de draad
waarmee men last. Houd het gasgeleiderspunt steeds schoon.
4. DE L ASMETHODES
4.1. CONTINU LASSEN
Dit is het meest gebruikte systeem. Zodra de machine klaarstaat, hoeft u
de glasblazerslamp slechts in te drukken om te beginnen met lassen. O m
te stoppen laat u eenvoudigweg de knop los.
4.2. DE G ASDRUK
De gasdruk moet zodanig worden afgesteld dat een hoeveelheid gas van
6 tot 12 liter wordt toegevoerd.
4.3. G AS - NO GAS LASSEN
4.3.1. Gas
- Klem van de glasblazerslamp in de positieve uitgang “+” en
aardklem in de negatieve uitgang “-”.
4.3.2. No-Gas
- (Alleen geldig voor de modellen die hiervoor zijn
uitgerust); aardklem in de positieve aansluiting “
+
” en klem van de
glasblazerslamp in de negatieve aansluiting “
-
”.
4.4. MIG - MAG L ASSEN
A) MIG = M
etal
I
nert
G
as
B) MAG = M
etal
A
ctive
G
as
Beide werkmethodes zijn perfect gelijkwaardig; alleen het type gas
verschilt.
In geval A gebruikt men ARGON (inert gas)
In geval B gebruikt men CO
2
(reactief gas)
Om aluminium- of inoxlegeringen te lassen dient men zuiver ARGON te
gebruiken, of eventueel een mengsel dat voor 80% uit ARGON bestaat
en 20% CO
2
.
Uitsluitend CO
2
gebruiken is geschikt voor het lassen van koolstofstaal
(ijzer).
5. GIDS VOOR HET LASSEN
5.1. ALGEMEEN VOORSCHRIFT
Bij een minimumafstelling hoort een kleine booglengte. Die verkrijgt men
door de glasblazerslamp zo dicht mogelijk bij het te lassen werkstuk te
houden, in een hoek van circa 60 graden. De boog kan langer worden
gemaakt naargelang meer stroom wordt toegevoerd, tot een maximum
booglengte van circa 20mm.
5.2. R AADGEVINGEN VAN ALGEMENE AARD
Af en toe kan het lassen kleine defecten vertonen. Deze defecten kunnen
snel worden verholpen als men rekening houdt met de volgende
raadgevingen:
- Poreusheid
Kleine gaatjes in de las, die lijken op de gaatj es in chocolade
bijvoorbeeld, kunnen worden veroorzaakt door de gastoevoer of
zelfs door minuscule onzuiverheden. Meestal wordt dan de las
verwijderd om opnieuw te beginnen. Voordat men opnieuw begint,
dient men echter de gastoevoer te controleren (circa 8 liter/ minuut),
het te lassen oppervlak zeer goed te reinigen en de
glasblazerslamp correct te buigen tijdens het lassen.
- Spatten
Dit zijn kleine druppels gesmolten metaal die uit de lastoorts komen.
Kleine hoeveelheden spatten zijn onvermijdelijk, maar de spatten
kunnen tot een minimum worden herleid door de stroomsterkte en
de gastoevoer goed af te stellen en de glasblazerslamp altijd
schoon te houden.
- Een te smalle en te bolle lasnaad
Dit wordt veroorzaakt door een te snelle beweging van de
glasblazerslamp of door een niet goed afgestelde gastoevoer.
-Een te brede en te dikke lasnaad
Dit kan worden veroorzaakt door een te traag bewegende
glasblazerslamp.
-De achterkant van de draad is verbrand
Dit kan worden veroorzaakt door een draad die te langzaam wordt
aangevoerd; door een te losse of versleten “liner”punt; de slecht e
kwaliteit van de draad, een te kleine opening van de
gasgeleiderspuitmond of een te hoge stroomsterkte.
-Te w einig penetratievermogen
Dit kan liggen aan een te snelle beweging van de glasblazerslamp,
aan een te lage stroomsterkte, een niet correcte draadtoevoer,
verwisselde polen, ongelijke en onvoldoende afstand tussen de
twee aan elkaar te lassen werkstukranden. Verbeter de
lasparameters en de voorbereiding van de te lassen werkstukken.