Мультиметры BENNING MM 1-2 044082 - инструкция пользователя по применению, эксплуатации и установке на русском языке. Мы надеемся, она поможет вам решить возникшие у вас вопросы при эксплуатации техники.
Если остались вопросы, задайте их в комментариях после инструкции.
"Загружаем инструкцию", означает, что нужно подождать пока файл загрузится и можно будет его читать онлайн. Некоторые инструкции очень большие и время их появления зависит от вашей скорости интернета.

115
33 °F ~ 212 °F
1 °F
± (1 % + 6 °F)
213 °F ~ 932 °F
1 °F
± (2 % + 6 °F)
933 °F ~ 1472 °F
1 °F
± (3 % + 4 °F)
* Bij de aangegeven meetnauwkeurigheid, moet de meetnauwkeurigheid van
de K-type temperatuursensor opgeteld worden.
Draadtemperatuursensor K-type: Meetbereik: - 76 °F tot 392 °F
Resolutie:
±
36
°F
De meetnauwkeurigheid is geldig voor stabiele omgevingstemperaturen <
± 34 °F. Na wijziging van de omgevingstemperatuur van ± 36 °F zijn de meet-
nauwkeurigheidsgegevens na 1 uur geldig.
8. Meten met de BENNING MM 1‑1/1‑2/1‑3
8.1 Voorbereiding van de metingen
Gebruik en bewaar de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 uitsluitend bij de aange-
geven werk- en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
- Controleer de gegevens op de veiligheidsmeetsnoeren ten aanzien van no-
minale spanning en stroom. Origineel met de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3
meegeleverde snoersets voldoen aan de te stellen eisen.
- Controleer de isolatie van de veiligheidsmeetsnoeren. Beschadigde meets-
noeren direct verwijderen.
- Veiligheidsmeetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer direct verwijderen.
- Voordat met de draaischakelaar
8
een andere functie gekozen wordt,
dienen de meetsnoeren van het meetpunt te worden afgenomen.
- Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3
kunnen leiden tot instabiele aanduiding en/of meetfouten.
8.2 Spannings‑ en stroommeting
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde!
Gevaarlijke spanning!!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
- COM-bus
J
- Bus voor V, Ω,
, Hz
9
- Bus voor 10 A-bereik
K
( BENNING MM 1-2/ 1-3)
van de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 ligt t.o.v. aarde, mag maximaal 1000 V be-
dragen.
Gevaarlijke spanning!!
Spanningen in het circuit bij stroommeting max. 500 V.
Bij smelten van de zekering boven 500 V kan het apparaat be‑
schadigd worden. Een beschadigd apparaat kan onder span‑
ning komen te staan.
8.2.1 Spanningsmeting
- Kies met de draaiknop
8
van de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3 de gewenste
instelling (V AC) of (V DC).
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
J
van
de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3.
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω,
, Hz
9
van de BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3.
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display
van de
BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3.
Zie fig. 2:
meten van gelijkspanning.
Zie fig. 3:
meten van wisselspanning.
8.2.2 Stroommeting (BENNING MM 1-2/ 1-3)
- Kies met de draaiknop
8
van de BENNING MM 1-2/ 1-3 de gewenste in-
stelling (A AC) of (A DC).
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
J
van
de BENNING MM 1-2/1-3.
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus voor de 10 A-
bereik
K
(gelijk- of wisselstroom tot 10 A) van de BENNING MM 1-2/ 1-3
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display
van de
BENNING MM 1-2/ 1-3.
Zie fig. 4:
meten van gelijkstroom. ( BENNING MM 1-2/ 1-3)
Zie fig. 5:
meten van wisselstroom. ( BENNING MM 1-2/ 1-3)
03/ 2019
BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3