Telwin SUPERIOR TIG 422 AC DC HF LIFT - Инструкция по эксплуатации - Страница 38

Сварочное оборудование Telwin SUPERIOR TIG 422 AC DC HF LIFT - инструкция пользователя по применению, эксплуатации и установке на русском языке. Мы надеемся, она поможет вам решить возникшие у вас вопросы при эксплуатации техники.

Если остались вопросы, задайте их в комментариях после инструкции.

"Загружаем инструкцию", означает, что нужно подождать пока файл загрузится и можно будет его читать онлайн. Некоторые инструкции очень большие и время их появления зависит от вашей скорости интернета.
Страница:
/ 132
Загружаем инструкцию
background image

- 38 -

 

-  ”AL2”  : 

ingreep thermische bescherming van  het secundair circuit.

 

-  ”AL3”  : 

ingreep bescherming voor te hoge spannng van de voedingslijn.

 

-  ”AL4”  : 

ingreep bescherming voor te lage spanning van de voedingslijn.

 

-  ”AL5”  : 

ingreep bescherming te hoge primaire temperatuur.

 

-

 

”AL6”  :

  ingreep bescherming wegens gebrek fase van de voedingslijn.

 

-

 

”AL7”  :

  te grote afzet van stof aan de binnenkant van de lasmachine, herstel 

met:

 

   

  - schoonmaak binnenkant van de machine;

 

   

  - toets display van het controlepaneel.

 

”AL8”  :

  Hulpspanning buiten rang.

 

”AL9”  :

  ingreep bescherming wegens onvoldoende druk van het watergekoeld 

circuit van de toorts. Herstel niet automatisch.

 

Bij de uitschakeling van de lasmachine kan zich, gedurende enkele seconden, de 

signalering 

”OFF” voordoen

.

 

N.B.: OPSLAG EN VISUALISERING VAN DE ALARMEN 

 

Bij ieder alarm worden de instellingen van de machine in het geheugen opgeslagen. 

Het is mogelijk de laatste 10 alarmen op te roepen op de volgende manier:

 

Gedurende 

enkele 

seconden 

drukken 

op 

de 

drukknop 

(6a)

 

“AFSTANDSBEDIENING”.

 

Op de display verschijnt het opschrift “AY.X” waar “Y” het nummer van het alarm 

aanduidt (A0 het meest recente, A9 het oudste) en “X” het type van geregistreerd 

alarm aanduidt (van 1 tot 8, zie AL1 ... AL8).

4.3 OPSLAG EN OPROEPEN VAN VERPERSOONLIJKTE PROGRAMMA’S 

Inleiding

De lasmachine staat toe verpersoonlijkte werkprogramma’s op te slaan (SAVE) m.b.t. 

een  set  van  parameters  geldig  voor  een  bepaalde  lasoperatie.  Ieder  verpersoonlijkt 

programma  kan  opgeroepen  worden  (RECALL)  op  gelijk  welk  ogenblik,  waarbij  de 

lasmachine  “klaar  voor  het  gebruik”  ter  beschikking  van  de  gebruiker  wordt  gesteld 

voor  een  specifiek  werk  dat  eerder  werd  geoptimaliseerd.  De  lasmachine  staat  de 

opslag van 9 verpersoonlijkte programma’s toe.

Procedure van opslag (SAVE)

Nadat men de lasmachine op een optimale manier heeft geregeld voor een bepaalde 

lasoperatie, moet men als volgt tewerk gaan (

FIG. D2

):

a) Drukken op de toets 

(8)

 “SAVE” gedurende 3 seconden.

b) Op de display verschijnt “S_ ” 

(10)

 en een cijfer begrepen tussen 1 en 9.

c)  Door  te  draaien  aan  de  knop 

(9)

  kan  men  het  cijfer  kiezen  waarmee  men  het 

programma in het geheugen wenst op te slaan.

d) Opnieuw drukken op de toets 

(8)

 “SAVE”:

  - indien de toets “SAVE” ingedrukt wordt gedurende een tijd langer dan  3 seconden, 

wordt het programma correct opgeslagen en verschijnt het opschrift “YES”;

  - indien de toets “SAVE” ingedrukt wordt  gedurende een tijd korter dan 3 seconden, 

wordt het programma niet opgeslagen en verschijnt het opschrift “ no”.

Procedure van oproepen (RECALL)

Tewerk gaan als volgt (zie 

FIG. D2

):

a) Drukken op de toets 

(8)

 “RECALL” gedurende 3 seconden.

b)  “r_ ” verschijnt op de display 

(10)

 en een cijfer begrepen tussen  1 en 9.

c)  Door te draaien aan de knop 

(9)

 kan men het cijfer kiezen waarmee het programma 

werd opgeslagen dat men nu wenst te gebruiken.

d) Opnieuw drukken op de toets 

(8)

 “RECALL”:

  - indien  de  toets  “RECALL”  ingedrukt  wordt  gedurende  een  tijd  langer  dan    3 

seconden,  werd  het  programma  correct  opgeroepen  en  verschijnt  het  opschrift 

“YES”;

  - indien  de  toets  “RECALL”  ingedrukt  wordt    gedurende  een  tijd  korter  dan  3 

seconden, werd het programma niet opgeroepen en verschijnt het opschrift “ no”.

OPMERKINGEN:

-  TIJDENS  DE  OPERATIES  MET  DE  TOETS  “SAVE”  EN  “RECALL”  IS  DE  LED  

“PRG” VERLICHT.

-  EEN  OPGEROEPEN  PROGRAMMA  KAN  NAAR  BELIEVEN  DOOR  DE 

OPERATOR  GEWIJZIGD  WORDEN,  MAAR  DE  GEWIJZIGDE  WAARDEN 

WORDEN  NIET  AUTOMATISCH  OPGESLAGEN.  INDIEN  MEN  DE  NIEUWE 

WAARDEN OP HETZELFDE PROGRAMMA WENST OP TE SLAAN, MOET MEN 

DE PROCEDURE VAN OPSLAG UITVOEREN.

-  DE  REGISTRATIE  VAN  DE  VERPERSOONLIJKTE  PROGRAMMA’S  EN  DE 

DESBETREFFENDE  OPSLAG  VAN  DE  ERAAN  GEKOPPELDE  PARAMETERS 

IS TEN LASTE VAN DE GEBRUIKER.

5. INSTALLATIE

OPGELET!  ALLE  OPERATIES  VAN  INSTALLATIE  EN  ELEKTRISCHE 

AANSLUITINGEN 

UITVOEREN 

MET 

DE 

LASMACHINE 

VOLLEDIG 

UITGESCHAKELD EN LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET. 

DE  ELEKTRISCHE  AANSLUITINGEN  MOETEN  UITSLUITEND  UITGEVOERD 

WORDEN DOOR ERVAREN OF GEKWALIFICEERD PERSONEEL. 
5.1 INRICHTING

De lasmachine uitpakken, de montage van de losgemaakte gedeelten bevat  in de 

verpakking  uitvoeren.

5.1.1 Assemblage retourkabel- tang (FIG. E)

5.1.2 Assemblage laskabel -tang elektrodenhouder  (FIG. F)
5.2 PLAATSING VAN DE LASMACHINE

De  plaats  van  installatie  van  de  lasmachine  identificeren  zodanig  dat  er  zich  geen 

hindernissen  bevinden  ter  hoogte  van  de  opening  van  de  ingang  en  de  uitgang  van 

de koellucht (geforceerde circulatie middels ventilators, indien aanwezig); tegelijkertijd 

controleren  of  er  geen  geleidend  stof,  corrosieve  dampen,  vocht,  enz.  aangezogen 

worden.

Minstens 250mm ruimte vrijhouden rond de lasmachine.

OPGELET!  De  lasmachine  plaatsen  op  een  horizontaal  oppervlak 

met  een  adequaat  draagvermogen  voor  het  gewicht  teneinde  de  kanteling  of 

gevaarlijke verplaatsingen te voorkomen.
5.3 AANSLUITING OP HET NET

-  Voordat  men  gelijk  welke  elektrische  aansluiting  uitvoert,  moet  men  verifiëren 

of  de  gegevens  van  de  kentekenplaat  overeenstemmen  met  de  spanning  en  de 

frequentie van het net die beschikbaar zijn op de plaats van installatie.

-   De lasmachine moet uitsluitend aangesloten worden op een voedingssysteem met 

een neutraalgeleider verbonden met de aarde.

-  Om  de  bescherming  tegen  onrechtstreeks  contact  te  garanderen, 

differentiaalschakelaars gebruiken van het type:

  -  Type A ( 

 ) voor eenfase machines;

  -  Type B ( 

 ) voor driefasen machines.

-  Teneinde  te  voldoen  aan  de  vereisten  van  de  Norm  EN  61000-3-11  (Flicker) 

raadt  men  aan  de  lasmachine  te  verbinden  met  de  punten  van  interface  van  het 

voedingsnet die een impedantie hebben kleiner dan Zmax = 0.228ohm (1~), Zmax 

= 0.283ohm (3~).

-  De lasmachine valt niet onder de vereisten van de norm IEC/EN 61000-3-12. 

  Indien  ze  aangesloten  wordt  op  een  openbaar  voedingsnet,  behoort  het  tot 

de  verantwoordelijkheid  van  de  installateur  of  de  gebruiker  om  te  verifiëren  of 

de  lasmachine  kan  worden  aangesloten    (indien  nodig,  de  exploitant  van  het 

distributienet raadplegen).

5.3.1 Stekker en contact

Een  genormaliseerde  stekker,  (2P  +  P.E)  (1~);  (3P  +  P.E)  (3~)  met  een  adequaat 

vermogen met de voedingskabel verbinden en een contact van het net voorinstellen 

uitgerust  met  zekeringen  of  een  automatische  schakelaar;  een  speciale  terminal 

van  de  aarde  moet  verbonden  worden  met  de  aardegeleider  (geel-groen)  van  de 

voedingslijn.  De  tabel 

(TAB.1)

  geeft  de  aanbevolen  waarden  in  ampères  van  de 

vertraagde  zekeringen  van  de  lijn  gekozen  op  basis  van  de  max.  nominale  stroom 

verdeeld door de lasmachine en van de nominale voedingsspanning. 

OPGELET! Het niet in acht nemen van de voornoemde regels maakt het 

door de fabrikant voorzien veiligheidssysteem inefficiënt (klasse I) met daaruit 

volgende zware risico’s voor de personen (vb. elektroshock) en voor de dingen 

(vb. brand).
5.4 VERBINDINGEN VAN HET LASCIRCUIT

OPGELET! VOORDAT MEN DE VOLGENDE VERBINDINGEN UITVOERT, 

MOET  MEN  CONTROLEREN  OF  DE  LASMACHINE  UITGESCHAKELD  IS  EN 

LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.

De Tabel 

 (TAB. 1) 

geeft de aanbevolen waarden voor de laskabels (in mm

2

) op basis 

van de maximum stroom verdeeld door de lasmachine.

5.4.1 TIG-lassen

Verbinding toorts

-  De stroomdragende kabel invoeren in de desbetreffende klem snapmofverbinding

  (-)/~. De connector met drie polen (drukknop toorts) verbinden  met de desbetreffende 

verbinding. De gasbuis van de toorts verbinden met de desbetreffende aansluiting.

Verbinding kabel retour van de lasstroom 

-  Moet  verbonden  worden  met  het  te  lassen  stuk  of  met  de  metalen  bank  waarop  het 

steunt, zo dicht mogelijk bij de koppeling in uitvoering.

  Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool (+) (~ voor machines 

TIG die het lassen in AC voorzien).

Verbinding met de gasfles

-   De drukreductor vastdraaien op de klep van de gasfles en hierbij de desbetreffende 

reductie ertussen plaatsen die als accessoire geleverd wordt, wanneer het Argongas 

gebruikt wordt .

-   De  ingangsbuis  van  het  gas  verbinden  met  de  reductor  en  het  strookje  in  dotatie 

vastdraaien. 

-   De beslagring van afstelling van de drukreductor loszetten voordat men de klep van 

de gasfles opent. 

-  De  gasfles  openen  en  de  hoeveelheid  gas  regelen  (l/min)  volgens  de  indicatieve 

gegevens van gebruik, zie tabel

 (TAB. 4)

; eventuele bijregelingen van de gastoevoer 

kunnen  uitgevoerd  worden  tijdens  het  lassen  waarbij  men  steeds  moet  ingrijpen  op 

de  beslagring  van  de  drukreductor.  De  dichting  van  de  leidingen  en  aansluitingen 

verifiëren.  

  OPGELET!  De  klep  van  de  gasfles  altijd  sluiten  op  het  einde  van  de 

werkzaamheden. 

5.4.2 MMA-LASSEN 

Bijna alle beklede elektroden moeten verbonden worden met de positieve pool (+) van de 

generator; uitzonderlijk met de negatieve pool (-) voor elektroden met zure bekleding.

Verbinding laskabel tang-elektrodenhouder 

Brengt  op  de  terminal  een  speciale  klem  die  dient  om  het  onbedekt  gedeelte  van  de 

elektrode vast te zetten.

Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool  (+).

Verbinding retourkabel van de lasstroom 

Moet  verbonden  worden  met  het  te  lassen  stuk  of  met  de  metalen  bank  waarop  het 

steunt, zo dicht mogelijk bij de koppeling in uitvoering. 

Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool (-).

Aanbevelingen:

-  De connectors van de laskabels tot op het einde toe draaien in de snapmofverbindingen 

(indien  aanwezig),  om  een  perfect  elektrisch  contact  te  garanderen;  zoniet  zullen  er 

zich verhittingen van de connectors zelf voordoen met een bijhorende snelle slijtage 

en verlies van efficiëntie.

-  De kortst mogelijke laskabels gebruiken.

-  Vermijden  metalen  structuren  te  gebruiken  die  geen  deel  uitmaken  van  het  stuk  in 

bewerking, ter vervanging van de retourkabel van de lasstroom; dit kan gevaarlijk zijn 

voor de veiligheid en onbevredigende resultaten geven voor het lassen. 

6.LASSEN: BESCHRIJVING VAN DE PROCEDURE

6.1 TIG-lassen

Het  TIG-lassen  is  een  lasprocedure  die  de  warmte  gebruikt  geproduceerd  door  de 

elektrische boog die ontstoken en onderhouden wordt tussen een onsmeltbare elektrode 

(Tungsteen) en het te lassen stuk. De Tungsteen elektrode wordt ondersteund door een 

toorts die geschikt is om de lasstroom erop over te brengen en de elektrode zelf en het 

lasbad  te  beschermen  tegen  de  atmosferische  oxidatie  middels  een  flux  van  inert  gas 

(gewoonlijk Argon: Ar 99,5%) dat uit de keramiek sproeier komt 

(FIG.G).

Voor  goede  lasoperaties  is  het  noodzakelijk  dat  men  de  juiste  diameter  van  elektrode 

gebruikt met de juiste stroom, zie tabel  

(TAB.3)

.

Het uitsteken van de elektrode uit de keramiek sproeier bedraagt normaal 2-3mm en kan 

8mm bereiken voor hoeklassen.

Het  lassen  geschiedt  wegens  het  smelten  van  de  boorden  van  de  koppeling.  Voor 

speciaal voorbereide dunne diktes (tot 1mm ca.) is er geen toevoermateriaal nodig  

(FIG. 

H)

.

Voor  grotere  diktes  zijn  er  staafjes  nodig  die  dezelfde  samenstelling  hebben  als  het 

basismateriaal  met  een  adequate  diameter,  met  een  geschikte  voorbereiding  van  de 

boorden 

(FIG. I)

. Voor een goed resultaat van de lasoperaties is het best dat de stukken 

zorgvuldig worden schoongemaakt en geen sporen van oxide, oliën, vetten, solventen, 

enz. vertonen.

6.1.1 Ontsteking HF en LIFT

Ontsteking HF :

De ontsteking van de elektrische boog geschiedt zonder het contact tussen de elektrode 

van tungsteen en het te lassen stuk, middels een vonk gegenereerd door een inrichting 

met hoge frequentie. Deze modaliteit van ontsteking heeft geen inclusies van tungsteen 

in het lasbad, noch slijtage van de elektrode tot gevolg en biedt een gemakkelijk vertrek 

in alle standen van het lassen.  

Полезные видео

Характеристики

Оцените статью
tehnopanorama.ru
Остались вопросы?

Не нашли свой ответ в руководстве или возникли другие проблемы? Задайте свой вопрос в форме ниже с подробным описанием вашей ситуации, чтобы другие люди и специалисты смогли дать на него ответ. Если вы знаете как решить проблему другого человека, пожалуйста, подскажите ему :)

Задать вопрос

Часто задаваемые вопросы
Как посмотреть инструкцию к Telwin SUPERIOR TIG 422 AC DC HF LIFT?
Необходимо подождать полной загрузки инструкции в сером окне на данной странице
Руководство на русском языке?
Все наши руководства представлены на русском языке или схематично, поэтому вы без труда сможете разобраться с вашей моделью
Как скопировать текст из PDF?
Чтобы скопировать текст со страницы инструкции воспользуйтесь вкладкой "HTML"